SV | En wij namen te dier tijd al zijn steden; er was geen stad, die wij van hen niet namen: zestig steden, de ganse landstreek van Argob, het koninkrijk van Og in Bazan. |
WLC | וַנִּלְכֹּ֤ד אֶת־כָּל־עָרָיו֙ בָּעֵ֣ת הַהִ֔וא לֹ֤א הָֽיְתָה֙ קִרְיָ֔ה אֲשֶׁ֥ר לֹא־לָקַ֖חְנוּ מֵֽאִתָּ֑ם שִׁשִּׁ֥ים עִיר֙ כָּל־חֶ֣בֶל אַרְגֹּ֔ב מַמְלֶ֥כֶת עֹ֖וג בַּבָּשָֽׁן׃ |
Trans. | wanniləkōḏ ’eṯ-kāl-‘ārāyw bā‘ēṯ hahiw’ lō’ hāyəṯâ qirəyâ ’ăšer lō’-lāqaḥənû mē’itām šiššîm ‘îr kāl-ḥeḇel ’arəgōḇ maməleḵeṯ ‘wōḡ babāšān: |
En wij namen te dier tijd al zijn steden; er was geen stad, die wij van hen niet namen: zestig steden, de ganse landstreek van Argob, het koninkrijk van Og in Bazan.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En wij namen te dier tijd al zijn steden; er was geen stad, die wij van hen niet namen: zestig steden, de ganse landstreek van Argob, het koninkrijk van Og in Bazan.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!